Met een Experimenteerdoosje kunnen een paar leerlingen (groep 5 en 6) zelfstandig experimenten uitvoeren. In een Experimenteerdoosje zitten 2 opdrachtkaarten en de meeste materialen die daarvoor nodig zijn. Leen je 6 tot 10 doosjes, dan kan de hele klas tegelijk aan het werk.
Experimenteerdoosjes zijn er met thema: Mens, Natuur, Techniek en Chemie.
In het thema Techniek zijn de volgende experimenteerdoosjes beschikbaar:
- Overal lucht: De kinderen gaan ontdekken of lucht ruimte inneemt met plastic zakjes en ballonnen. En verder of de lucht kan drukken.
- Wind: De kinderen kunnen voorwerpen verplaatsen als ze zelf wind ‘maken’ door het blazen door rietje. Ook worden 2 verschillende windmeters gemaakt.
- Druppels lucht: De leerlingen gaan ontdekken dat lucht weerstand veroorzaakt. Ook worden een zelfgemaakte parachute, vlieger en minihelikopter uitgeprobeerd.
- Lucht drukt: De kinderen ervaren wat luchtdruk is en dat een voorwerp (bijv. een potje) ook lucht bevat. Ook leren ze dat je via een truc een beker kan op tillen met een ballon.
- Water in de lucht: De kinderen leren hoe op 3 manieren water in de lucht kan komen. Ook proberen ze uit, welk lapje van 3 verschillende stofjes het meest geschikt is om een regenjas van te maken.
- Drijven en zinken: Met een naald en zelf gemaakte bootjes gaan de leerlingen ontdekken welke voorwerpen kunnen zinken. Tot slot is er een vraag over een insect.
- Drijven en zinken: Er worden 10 voorwerpen getest of ze kunnen drijven. Verder wordt nagegaan of je voorwerpen die zinken toch kan laten drijven.
- Overstromen: Er wordt gekeken hoeveel verschillende materialen er in een beker passen. Ook worden er proeven met water gedaan met een beker met tuitje.
- Warmte: De kinderen gaan leren hoe warmte geleiden werkt en ontdekken of warmte door alle voorwerpen gaat. Daarna gaan ze testen of warmte makkelijker door koper of ijzer geleidt.
- Geluid maken: De kinderen gaan verschillende onderzoekjes met een stemvork uitvoeren en geluid proberen te maken met een glas en een ballon. Ook gaan ze kort de trillingen van hun eigen stembanden onderzoeken.
- Zonne-energie: De kinderen gaan met een zonnecel aan de slag om de wieken van een windmolen, de propeller van een vliegtuig of een draaischijf te laten werken.
- Een alarm maken: De kinderen ontdekken hoe ze met een batterij en een zoemer een inbraak alarm kunnen maken voor een schatkistje.